Mark Haayema is een veelzijdig man. Hij is poppenspeler, acteur, liedjesschrijver en schrijver! Hij speelde in onder meer de series Sesamstraat, Woezel en Pip en Alfred Jodocus Kwak, Het Klokhuis en Ja zuster, nee zuster. Zijn eerste prentenboek bracht hij uit in 2011. Als liedjesschrijver schreef hij onder meer nummers voor Max Velthuijs, Herman van Veen en Kinderen voor Kinderen. In 2021 schreef hij het titellied van de Kinderboekenweek Worden wat je wil voor Kinderen voor Kinderen. Hij staat met zijn boek Oma, mag ik mijn pop terug in de Boekenbingo lijst. Tijd om hem het hemd van het lijf te vragen!
Hoe ben je met schrijven begonnen?
Tijdens mijn opleiding aan de kleinkunstacademie kreeg ik schrijfles van Jurrian van Dongen en werkte ik mee aan een nieuw poppenprogramma voor de Efteling (Sprookjesboom). De poppencoach was Bert Plagman (Tommie uit Sesamstraat) en via hem kwam ik bij Sesamstraat terecht als poppenspeler. De verhalen en scenes die ik daar speelde waren blijkbaar een inspiratiebron om zelf ook meer voor kinderen te gaan schrijven.
Wilde je altijd al schrijver worden?
Nee! En nog steeds niet. Ik schrijf, maar wil niet enkel een schrijver zijn. Ik speel met poppen, maar wil niet enkel een poppenspeler zijn. Dat geldt ook zo voor regisseren, inspreken en theatermaken. Ik wil verhalen vertellen in allerlei verschillende vormen. Laatst noemde een leerling mij een ‘verzinner’. Dat lijkt me wel een leuk beroep.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Uit alles wat me overkomt, verwondert, frustreert of wat ik niet begrijp. Er zijn zoveel dingen die ik niet begrijp of waarover ik me verwonder, dat die inspiratie nooit is uitgewerkt gelukkig!
Hoeveel uur schrijf je per week?
Dat wisselt per boek/project/lied/voorstelling. Ik schrijf in de ochtend het best. Het scherpst. In de avond wordt het vaak melancholisch. Dat moet ik dan de volgende ochtend weer opfrissen.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben nu bezig met een theaterbewerking van Johannes. Naar het boek Johannes de Parkiet (Mark Haayema & Medy Oberendorff). Deze gaat 12 februari in première in DeLaMar Amsterdam. (www.degrotehaay.nl)
Ook maak ik twee liedjes voor Kinderen voor Kinderen. Over de inhoud mag ik helaas nog niks verklappen.
Daarnaast speel ik een serie winterconcertjes in het Concertgebouw Amsterdam en Eindhoven, schrijf ik met Herman van Veen en Edith Leerkes aan het symfonisch sprookje: Anne de Poes. Dit spelen we in februari met het Residentie Orkest in Den Haag. Verder nog wat educatieve liedjes voor Squla, een nieuw boek voor de kleuterserie: MUK, wat series inspreken en gaan we nieuwe afleveringen maken voor PATS BOEM KLEDDER (NTR). Kortom, genoeg te doen.
Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?
Ja, ik denk dat ik veel kwijt kan door te schrijven. Sommigen gebruiken een dagboek. Ik verwerk het in verhalen.
Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?
Door het als een gegeven in te zetten. Een feit. Zonder mening. Niet als iets vreemds. De lezer zelf mag er iets van vinden, ik wil het zo min mogelijk voor ze inkleuren.
Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?
Toon Tellegen, fijne (ogenschijnlijk) simplistische dialogen. Ted van Lieshout, hij schuurt en structureert prachtig zijn verhalen. Bart Moeyaert, schonere en mooiere zinnen bestaan er niet.
Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?
Ik weet wat ik wil gaan zeggen, de structuur ontstaat vaak tijdens het schrijven. In mijn hoofd maak ik een voorzet, maar de woorden en zinnen dwingen me soms tot een compleet andere structuur. Ik schrijf vaak in een cafeetje. Met geroezemoes op de achtergrond.
Wat is je favoriete boek uit de Boekenbingolijst?
De Nachtlantaarns van Meneer Makkelie. Ik houd van het werk van Alice Hoogstad en met het vrolijke rijtje schrijversnamen, maakt het een nieuwsgierig makend boek.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Probeer vanaf de eerste bladzijde je voor te stellen hoe de wereld in jouw verhaal eruitziet. Stel je dan voor dat je daar ook echt bent en rondloopt. Vanaf dan word je meegenomen in die wereld door woorden, zinnen en avonturen. Een wereld waarvan alleen jij weet hoe die eruitziet. Je kan zelf bepalen wanneer je eruit stapt en er terug in wilt. Wie wil dat nu niet?
Wist je dat ik…
* Het liedje: WORDEN WAT JE WIL heb geschreven? Het titellied van Kinderen voor Kinderen van de Kinderboekenweek.
* Tweeling ben
* Poppenspeler ben bij de Boterhamshow (oa. Wil van der Stoep)
* Vroeger als kind zong bij de Snotneuzen
* Thuis een echte MUK heb rondlopen (wel wat groter dan de pup in de boeken)
De jonge Mark op schoot bij zijn oma