Hoe ben je met schrijven begonnen?
De meeste kinderboekenschrijvers hebben als kind veel gelezen. Ik niet. Ik las bijna nooit. Ik begon wel vaak in een boek, maar ik las het niet uit. Na een paar bladzijden zat ik zelf te schrijven. Boeken brachten me op ideeën. Veel mooiere ideeën dan in het boek dat ik las, vond ik zelf. Maar ze lukte toen vaak niet, die schrijfsels. Ik heb er nog een paar. Laatst las ik ze aan mijn kinderen voor. Ze vonden het heel grappig terwijl ik het toen bloedseries bedoeld had.
Inmiddels is het helemaal goed gekomen. Dodo, waaraan ik als kind al begonnen was, staat nu zelfs in de Boekenbingo!
Wilde je altijd al schrijver worden?
Schrijven was voor mij een manier om te praten, om te communiceren. Lange tijd heb ik als kind niet gesproken. Ik was te verlegen, of te bang, dat weet ik niet zo goed. Maar ik zei niks. Dat weet ik nog wel. Het boek Dodo, dat in de Boekenbingo staat, gaat daarover. Omdat ik vond dat ik wel wat te zeggen had, moest ik dus een andere oplossing zoeken. Dat werd vooral schrijven. Dus ja, ik wilde al jong schrijver worden. Maar ook dichter, tekenaar, schilder en beeldhouwer. Eigenlijk wilde ik gewoon iets máken. Iets wat er nog niet was. Daar ging het om. En dat doe ik nu de hele dag. Ik schrijf en ik beeldhouw. En soms beeldhouw ik schrijvers. 😉
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Inspiratie komt overal vandaan, uit de krant, uit gesprekken die ik heb, uit wat ik om me heen zie, uit waar mijn kinderen mee thuiskomen. Er zijn zoveel dingen die ik de moeite waard vind om over te schrijven. Ik heb veel meer ideeën dan dat ik tijd heb om ze uit te werken. Ik denk dat veel schrijvers dat hebben.
Maar als je eenmaal bezig bent loop je natuurlijk hartstikke vaak vast. Ik wel in elk geval. Op allerlei manieren. Eerst pruts ik dan nog een hele tijd verder. Gelukkig weet ik na verloop van tijd meestal wel weer wat ik dan moet doen: ophouden en lekker gaan beeldhouwen. Morgen verder. Dat werkt altijd.
Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?
Ik ben altijd aan het werk, maar mijn werk is zo leuk dat het voelt alsof ik nooit werk. Ik ben nu dus schrijver en beeldhouwer. Schrijven doe ik ’s morgens. Dan sluit ik me op in mijn schrijfkamer en wil ik niet gestoord worden. ’s Morgens ben ik heel fris en heb ik goeie ideeën, vind ik zelf. De middag gebruik ik om te beeldhouwen. Dan mag iedereen me storen. Dat vind ik niet erg. Eigenlijk lijkt schrijven en beeldhouwen erg op elkaar. Bij schrijven doe je met woorden wat je bij beeldhouwen met was doet. Ik vind dat een geweldige combinatie.
Ik schrijf trouwens meer in de winter en ik beeldhouw meer in de zomer. Zomers is de was lekker zacht en kan ik heel snel werken. Dat vind ik fijn. En deze winter, nu de verwarming zo laag staat en het bijna vriest in mijn atelier, kruip ik liever met mijn laptop op de bank onder een deken met mijn hoofd in mijn verhaal.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik werk altijd aan verschillende dingen tegelijk. Aan schrijf- en beeldhouwprojecten. Het grootste project waaraan ik nu werk is een nieuw boek. Een leesboek voor kinderen vanaf 7 jaar. Het gaat over een jongetje, Kos. Ik vind hem zo leuk! Ik leer hem elke dag beter kennen. Als je je verdiept in een personage wordt hij echt heel levend. Laatst hoorde ik een kind roepen op straat, ik keek om en dacht: Kos, daar heb je hem!
Ook ben ik op dit moment bezig met een levensgrote dodo in brons en werk ik aan twee portretten in opdracht.
Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?
Het boek Dodo heeft mijn leven zeker veranderd, dat kunnen jullie je vast wel voorstellen, want ik heb geschreven over iets waarover ik altijd gezwegen heb. Ik stotterde als kind, dat mocht niemand weten. Maar dat kan natuurlijk niet, dat was een veel te ingewikkeld geheim. Langzaam werd dat stotteren steeds minder maar er bleef altijd een restje ongemak diep van binnen in mij leven. Dat is nu helemaal weg. Dat heeft mijn boek mij teruggegeven en daar ben ik heel blij om.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Vraag je ouders of ze je voorlezen. Of je grote broer of zus. Thee en koekjes erbij. Als je voorgelezen wordt ben je niet zo met die woorden bezig, met die lange pagina’s, maar met het verhaal. Halverwege wil je misschien zelf verder.
Ga samen lezen met je vrienden. Begin een club. Een boekenblog of -vlog. Nodig een schrijver uit. Of ga zelf schrijven. Schrijver zijn is het allerleukste beroep wat er is. Dan ga je vanzelf lezen. Zo werkte het bij mij in elk geval…
Wist je dat ik…
… ooit voor 6 gulden per kilo een paard kocht bij de slager? Levend natuurlijk. Jarenlang was hij mijn beste vriend.
… veel van mijn bronzen beelden de naam van de schrijver gaf van wie ik op dat moment las?
… een halve avond met Duncan Laurence heb staan praten maar niet wist wie het was… Of weten jullie dat ook niet?
… in de zomer zandkastelen bouw en in de winter ijssculpturen? Gewoon voor mijn werk!
… pas met lezen ben begonnen met Het lezen voor de lijst op de middelbare school? Juist toen iedereen afhaakte vond ik het opeens ontzettend leuk.
… als kind al begonnen was aan Dodo en het dit jaar pas uitkwam?
Mohana van den Kroonenberg, info@mohana.nl