Sinds Henrieke haar studie Italiaans in 1997 cum laude afsloot, werkt ze  als vertaler Italiaans-Nederlands en Engels-Nederlands. Ze vertaalde onder andere het boek Ik ben de sterkste en het boek De bijzondere woorden van Goia, waarmee ze beide een prijs won. Naast het vertalen verzorgt ze(gast)lessen en –colleges, o.a. aan de UvA en de UU (over het vertalen voor jongeren).

In november 2022 verscheen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff haar eerste kinderboek, Nadia’s nacht, prachtig geïllustreerd door Miriam Bouwens. Vijftien verhalen voor 5+ over Nadia, haar goudvis meneer Rosso en haar buurjongetje Joris. Tijd om Henrieke wat beter te leren kennen

Hoe ben je met schrijven/illustreren begonnen?

Na mijn studie Italiaans werd ik kinderboekvertaler, o.a. van de YA-boeken van Enrico Galiano. Voor mijn eindscriptie onderzocht ik mondeling overgeleverde Europese kinderliedjes (echt superleuk, ik ging langs bij mensen om liedjes op te nemen en mocht ook geregeld aanschuiven voor het eten :-)). Ik wist al een hele tijd dat ik een verhaal wilde schrijven waarin het magische kinderliedje In de maneschijn tot leven kwam. Dit werd het eerste verhaal in Nadia’s nacht. Toen ik het liet lezen aan kinderboekenschrijver Edward van de Vendel raadde hij me aan het op te sturen naar een uitgever.

Wilde je altijd al schrijver/illustrator worden?

Na de middelbare school wilde ik eigenlijk operazangeres worden. Ik zong altijd en overal. Op het conservatorium bleek dat ik te verlegen was voor het podium. Toen ben ik Italiaans gaan studeren en het vertalersvak in gerold. Mijn dochters Jet en Floor vertelde ik vanaf hun geboorte verhalen, soms schreef ik die verhalen ook op. Pas later – Jet en Floor zijn nu bijna 18 en 16 – durfde ik mijn verhalen met de rest van de wereld te delen.

Wat vind je leuk aan het schrijven/illustreren?

Ik mag een wereld bedenken die er eerder nog niet was.

Waar haal je je inspiratie vandaan?

Ik luister tegenwoordig graag naar de verhalen van mijn kleuterneefjes en -nichtje. Meestal vormt een opmerking van een van hen de inspiratie tot een nieuw verhaal. Als mijn inspiratie stokt ga ik wandelen! En schelpen zoeken.

Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?

Ik schrijf meestal in de ochtend, wanneer ik fris ben. Wel moet ik, voordat ik begin, altijd even mijn neus om het hoekje van de deur steken. Zonder buitenlucht kan ik niet schrijven.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Ik heb net 13 nieuwe Nadia-verhalen opgestuurd naar de uitgeverij. Ook ben ik begonnen aan een nieuwe vertaling uit het Italiaans, opnieuw van de schrijver Enrico Galiano, nu voor 10+.

Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?

Ja, ik ben er vrolijker van geworden. Schrijven brengt me (nog meer) in contact met kinderen en dat vind ik heerlijk. Ook het contact met ‘mijn’ illustratrice Miriam Bouwens bracht me veel nieuws. Vol bewondering heb ik toegekeken hoe zij Nadia’s dromerige associaties in prachtige tekeningen vat.

Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?

Ik vind het belangrijk om in mijn boek een inclusieve wereld te schetsen. Daarbij benoem ik thema’s niet expliciet (ik hou niet van uitleggen), maar laat ze terloops opduiken.
Nadia heeft twee papa’s, dat is gewoon een gegeven, iets vanzelfsprekends.

Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?

Astrid Lindgren las ik als kind veel, De gebroeders Leeuwenhart was mijn favoriet. Het is het eerste boek waar ik bij gehuild heb. Ook heb ik genoten van De tuinen van Dorr van Paul Biegel. Van de schrijvers van nu vind ik Lampje van Annet Schaap prachtig. Ook de boeken van Anna Woltz zijn favoriet.

Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?

Ik begin met een plotje en kijk waar ik eindig, ja!

Wat is je favoriete boek uit de Boekenbingolijst?

Uit de onderbouwlijst kies ik Boer Boris – die leest altijd zo lekker voor. En over Misjka van Edward van de Vendel hoor ik zoveel moois, dat ga ik zeker lezen. Naar Mot en de metaalvissers uit de bovenbouwlijst ben ik ook benieuwd. Eigenlijk wil ik alle titels wel lezen!

Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?

Blijven voorlezen, ook als kinderen al ouder zijn, waardoor ze (voor)lezen associëren met iets gezelligs. En boeken blijven aanbieden.

Wist je dat ik…

– zelf, net als Nadia, een schelpenpot met daarin de mooiste schelpen heb?
– in die schelpenpot ook een paar haaientanden bewaar?
– het liefst over de wereld zou rondreizen om overal kinderliedjes en verhalen te horen?
– als kleuter het allermeest hield van het boekje Kleine Beer bij Opa en Oma van Else Holmelund Minarik – met de prachtige tekeningen van Maurice Sendak?
– een roze accordeon heb?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *