Karst-Janneke Rogaar is opgegroeid in Wageningen. Na het behalen van haar Fine Art Foundation diploma aan Blake College in Londen, studeerde ze Voorheen Audiovisueel aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Sinds 2000 heeft ze een eigen studio en illustreert ze kinderboeken, (jeugd)romans en (vak)bladen. Naast illustraties maakt ze ook boekomslagen, promotiemateriaal voor film en theater en schrijft ze sinds kort haar eigen kinderboeken. Ze werkt regelmatig samen met Simon van der Geest. Ook heeft ze het boek Wolvenweer geïllustreerd, wat op de middenbouw lijst van de Boekenbingo is opgenomen.

Hoe ben je met illustreren en schrijven begonnen?

Ik ben opgeleid als autonoom kunstenaar. Ik merkte al vrij snel na mijn academietijd dat ik ook graag in opdracht wilde werken. Ik heb een boekje gemaakt van een serie tekeningen, ‘Kings For Breakfast’, deze heb ik opgestuurd aan een aantal uitgeverijen. De eerste klus die hieruit voortkwam was voor Uitgeverij Nieuw Amsterdam. Zij vroegen mij het boek De Toverfluit van Frank Groothof te illustreren.
Ik ben veel later met schrijven begonnen. Keizer Ei is het eerste boek wat ik geïllustreerd en ook geschreven heb.

Wilde je altijd al schrijver of illustrator worden?

Nee, maar illustrator leek me wel altijd al een leuk beroep. Schrijver heb ik nooit willen worden. Dat ik nu ook als schrijver wordt gezien vind ik nog steeds een beetje vreemd.

Wat vind je leuk aan het schrijven/illustreren?

Er is altijd een periode in het maakproces van een boek waarin het tekenen geen moeite kost en de karakters en de tekeningen mij ook verassen. De concentratie en fijngevoeligheid die daarbij hoort zou ik altijd wel willen hebben.

Waar haal je je inspiratie vandaan?

Mijn inspiratie komt vanuit de tekeningen. Ik weet dat ik vier uur nodig heb om bij iets te komen wat ik zelf niet wist of kende. Vanaf dat moment is de tekening zelf het meest inspirerend. Zodra ik langer met een boek bezig ben, kan ik veel sneller bij dat moment komen.
Als het niet lukt, dat is eens in de zoveel dagen zo, dan moet ik mezelf toestaan om lelijke dingen te maken die niet goed zijn. Vaak zit daar dan toch iets in waardoor ik los kom en het weer gaat stromen.

Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?

Het hangt er heel erg vanaf wat mijn opdracht is. Als ik ‘in een boek zit’ dan kan ik de concentratie ongeveer 6 uur achter elkaar volhouden. Daarna houdt het op.
Mijn routine: Ik fiets naar mijn studio, maak koffie en een thermoskan thee, doe mijn e-mails en kleine klusjes en als dat gedaan is voel ik ruimte om iets te maken. Schrijven, ontwerpen of illustreren.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Ik ben bezig met een nieuw boek. ‘De alchemist op de richel’ gaat het heten. Met heel veel ch-woorden uit de Nederlandse taal voor kinderen vanaf ±8. Ik heb het manuscript zo goed als klaar. Nu ben ik de karakters uit het verhaal aan het tekenen/ontwerpen. Komende maand moet ik de voorkant van het boek al aanleveren aan de uitgeverij.

Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?

Lastige vraag. Als ik ‘in een boek zit’ leef ik eigenlijk twee parallelle levens. Ik vind het een rijkdom dat ik van het ene leven in het andere kan stappen.
Ik denk niet dat het tekenen mijn leven heeft veranderd. Het is gewoon wat ik doe in mijn leven. Ik ben blij dat ik met iets wat ik graag doe mijn geld kan verdienen.

Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?

Dingen die ik belangrijk vind laat ik in mijn tekeningen zien. Als ik een tuin teken, dan zal ik snel kiezen voor een tekening van een tuin waarin ook vogels en insecten zich thuis voelen. Ik vind het ook belangrijk dat iedereen wit/zwart, jongen/meisje of er tussenin zich thuis voelen in een boek. Daarom probeer ik allerlei soorten mensen langs te laten komen. Ik probeer waar het kan clichés te vermijden.

Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?

Joke van Leeuwen (o.a. Huis met de zeven kamers), Roald Dahl en Quinten Blake, Jo Nesbø (de boeken van Dokter Proktor) met de illustraties van Georgien Overwater. En Simon van der Geest natuurlijk.
Ik houd ervan dat zij allemaal kinderen serieus nemen en een beetje wild zijn en niet truttig doen. De auteurs kunnen allemaal op hun eigen manier fantastisch schrijven en zijn heerlijk om voor te lezen.

Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?

Ik begin en kijk waar ik uitkom. Vooralsnog schrijf ik alleen maar verhalen met een restrictie aan woorden. Ik Keizer Ei komen alle korte-ei woorden voor en geen enkele lange-ij. In Au! staan bijna alle au-woorden en geen enkele ou. ‘De alchemist op de richel’ zit vol met ch woorden. De restricties helpen mij om een verhaal te kunnen maken.

Wat is je favoriete boek uit de Boekenbingolijst?

Ik moet bekennen dat ik ze allemaal nog niet gelezen heb, maar ik ben zeker benieuwd naar Het huis van Hopper, Misjka, Bob popcorn en Schildpad en ik. Hiervan ken ik de meeste makers en ik vind ze allen erg goed.

Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?

Voorlezen, samen boeken uitkiezen die niet te moeilijk zijn, het eerste hoofdstuk voorlezen zodat ze al in het verhaal komen.
Als kind haakte ik vaak al af aan het begin van een verhaal, omdat hoofdstuk 1 vaak een introductie is die wat lastiger geschreven is. Vooral bij boeken van 10+ is het begin soms een samenvatting van wat er allemaal aan vooraf ging. Het is logisch dat een schrijver dit nodig heeft om het verhaal in te starten, maar ik vond het als kind vaak moeilijk te volgen. Deze hobbel was een extra reden om het weer weg te leggen. Als je als ouder of leerkracht met het begin even helpt, dan kan dat best goed uitpakken. Vaak is het verhaal vanaf blz. 50 pas spannend of vanaf hoofdstuk 2 wat makkelijker geschreven.

Wist je dat ik…

… als kind bijna geen boeken gelezen heb. Gelukkig ben ik wel voorgelezen.
… bij ieder boek dat ik ga maken, weer denk dat ik eigenlijk niet kan tekenen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *