Marit Törnqvist werd in 1964 in Uppsala (Zweden) geboren. Op haar vijfde verhuisde ze met haar Nederlandse moeder, Zweedse vader, broer en zus naar Nederland, waar ze in Bussum opgroeide. Nu woont ze in het centrum van Amsterdam, maar een groot deel van het jaar brengt ze door in een boerderijtje tussen de bossen en meren van Zuid-Zweden. Van 1982 tot 1987 volgde Marit de illustratie-opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Sindsdien heeft ze voornamelijk gewerkt als kinderboek-illustrator. In 1995 verscheen haar eerste zelfgeschreven boek, Klein verhaal over liefde, dat met een Zilveren Griffel bekroond werd. In de Boekenbingo is haar boek Schildpad en ik opgenomen. Lees je mee om haar wat beter te leren kennen?
Hoe ben je met schrijven/illustreren begonnen?
Toen ik kind was schreef en tekende ik al veel en vaak werden verhaaltjes in de lokale krant geplaatst. Maar pas toen ik afgestudeerd was aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam kreeg ik mijn grote opdrachten. De eerste boeken die ik maakte waren Een kalf valt uit de hemel van Astrid Lindgren, Thomas en de Kerstkarper van Rita Törnqvist (mijn moeder) en Daar komt de tijger van Hans en Monique Hagen. Alle drie de boeken zijn nog verkrijgbaar, het laatste heet nu Ik zie lichtjes in je ogen.
Wilde je altijd al schrijver/illustrator worden?
Nee, eerst wilde ik boerin worden, daarna psycholoog. Daarna wilde ik berggids worden in Lapland, daarna wilde ik sociale geografie studeren of antropologie en ontwikkelingswerk doen maar uiteindelijk werd ik illustrator.
Wat vind je leuk aan het schrijven?
Er is veel leuk – je gedachten vrij laten en iets verzinnen wat er nog niet is. Vaak komt het een beetje ongemerkt, zoals je ook verhalen verzint in je dromen. Ik vind schilderen met penselen en allerlei andere technieken ook heel erg fijn. Iets uitproberen dat je nooit eerder deed en durven te mislukken met de kans dat je juist iets nieuws ontdekt.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Uit het leven haal ik mijn inspiratie. Het kan van alles zijn maar vooral ontmoetingen met mensen of gesprekken die ik hoor. Gisteren stond ik bij een tramhalte in Zweden waar een oude vrouw aan een oude man vertelde hoe je gratis in chique hotels kon ontbijten, zij deed dat vaak. Dat vond ik een leuk gesprek.
Hoeveel uur schrijf je per week?
Ik probeer elke dag in mijn atelier te zitten en soms schrijf ik en soms teken ik en soms allebei. Ik ben er veel uren, vaak van 9 tot 5 zonder pauze. Maar ik doe ook andere dingen zoals e-mails beantwoorden, lezingen schrijven etc. Soms glip ik in het weekend ook even naar mijn atelier – ik vind het heel fijn om af en toe alleen te zijn.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben een boekje voor jonge kinderen aan het maken over een jongetje die zijn vriendinnetje overhaalt om bij hem te komen spelen. Er staan heel veel tekeningen in waarop de kinderen bijzondere dingen spelen, sommige kunnen in het echt, andere zijn fantasie. Daarna ga ik weer een groter en ingewikkelder prentenboek maken, meer zoals Schildpad en ik.
Heeft schrijven jouw leven veranderd?
Ik denk dat ik geen leven ken zonder schrijven – ik heb altijd geschreven. Voor mezelf of voor publicatie. Eén ding is zeker: ik kan niet zonder.
Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?
Eigenlijk doe ik dat niet bewust. Een idee begint met iets wat me heel erg bezighoudt maar dat blijken vaak wel maatschappelijke thema’s te zijn. Ik vertel graag een verhaal op een andere manier dan je zou verwachten. ‘Schildpad en ik’ gaat over wie je bent en waar je vandaan komt en hoe je daarmee leert leven ook al is het af en toe lastig. Het gaat ook over vriendschap, over pesten, over tussen twee culturen vallen en over troost. Eigenlijk over allemaal dingen die je in het leven tegenkomt.
Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?
Bart Moeyaert kan beladen schrijven als geen ander, dat vind ik heel erg mooi. William Steig en Alfred Lobel schrijven heel eenvoudig en grappig – daar ben ik soms een beetje jaloers op. Maar Astrid Lindgren blijft mijn echte lievelingsschrijfster omdat ze complete werelden beschrijft waar ruimte is voor heel veel gevoelens, zowel geluk als verdriet.
Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?
Meestal heb ik een soort basis verhaal – een geraamte. Maar dat geraamte ga ik dan uitwerken en er komen allerlei zijpaden die ik van te voren nog niet wist. Op het laatst is het als het goed is een soort weefsel van draden die allemaal in elkaar passen.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Ik las met mijn kinderen toen ze jong waren in de vakanties elke dag een ander prentenboek. Die leenden we in de bibliotheek en dat was een traditie. Als je eerst echt heel goed bedenkt welke boeken je wil lezen en een lijst maakt (dit kan je met vrienden samen doen) en ook bedenkt hoeveel boeken je per maand wil lezen dan wordt het steeds leuker en gemakkelijker. Je moet er echt achter komen welke schrijvers bij jou passen.
Wist je dat ik in Amerika (in New Orleans) echt een man tegen kwam met een heel erg grote schildpad aan een lijntje? We praatten lang en hij vertelde dat hij bezorgd was over de schildpad omdat die zo zou gaan groeien…en dan zou hij niet meer door de deur passen.