Jeska Verstegen werd in 1972 geboren in Delft. Toen ze klein was deed ze niets liever dan tekenen, fantaseren en opgaan in haar eigen droomwereld. Omdat Jeska wel wist dat ze wilde tekenen, maar nog niet precies wát, begon ze na de middelbare school aan een opleiding tot reclametekenaar. Dat vond ze vreselijk. Alles moest maar recht en strak getekend, en voor fantasie was er geen plaats. Toen wist Jeska wat ze wel wilde, kinderboeken maken!

In 1990 kreeg ze haar eerste opdracht. Sindsdien werkte Jeska voor heel veel verschillende uitgevers van kinderboeken voor alle leeftijden. Ze tekent vrolijk en sprookjesachtig, en houdt ervan een beetje magie toe te voegen aan haar illustraties. Haar werkkamer is haar eigen wondere wereld, waar ze al haar fantasieën tot leven kan roepen. Naast haar tekenwerk schrijft ze ook. De verhalen zijn als geschreven tekeningetjes.

Het boek ‘Robber fikst alles’ heeft ze samen met An Verstraete gemaakt. Tijd om haar beter te leren kennen!

Hoe ben je met illustreren begonnen?

Ik ben van kinds af aan een dromer. Ik was 18 jaar en had geen idee wat ik wilde doen met mijn leven. Tot mijn grote schrik kreeg ik ook nog een nare knieblessure waardoor ik in het ziekenhuis belandde.
Dat was in 1989. In het ziekenhuisbed wist ik ineens wat ik wilde worden: illustrator! Eenmaal thuis ben ik, met mijn been op een stoel, meteen een presentatiemap gaan maken! Vol overgave tekenende ik mijn droomwereld op papier. Daarna ben ik met mijn (zware!) map langs uitgeverijen gegaan. Dat was het begin!

Wilde je altijd al illustrator worden?

Ik dacht vroeger zo weinig mogelijk na over later. Ik wilde niet opgroeien. Als het per se moest dan dacht ik er wel even over na. Ik wilde een dun dametje worden. Deze gedachte was ontstaan door een langspeelplaat (die had je vroeger als kind) met een musical van Annie M.G. Schmidt erop. Een fluitje van een cent, heette het. Hierin kwam een dun dametje voor die kon toveren… en kunnen toveren dat wilde ik zó graag…

Waar haal je je inspiratie vandaan?

Inspiratie zit overal verscholen. In een woord, achter een grasspriet of een kopje thee, noem het maar op. Als het even niet wil lukken ga ik lopen. Het maakt niet uit waarheen, door te wandelen gaan de gedachten vanzelf weer stromen.

Hoeveel uur schrijf je per week?

De vraag in mijn geval zou beter zijn: wanneer schrijf/ teken je niet? Eigenlijk ben ik altijd bezig met creëren. Mijn brein staat áltijd aan. Soms erg lastig.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Ik ben aan het schrijven én aan het tekenen tegelijk. Ik heb verschillende bijzondere samenwerkingen in het verschiet. Maar dat houd ik nog even geheim!

Heeft schrijven jouw leven veranderd?

Zonder het schrijven en het tekenen zou ik een kast zijn met veel te veel spullen en ontploffen… Voor mij is het bijna even belangrijk als ademen. Het is een manier om mezelf uit te drukken, om wat me bezighoudt vorm te geven.

Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?

In zekere zin wel. Je gedachten worden ook gevormd door de omgeving en de leefomstandigheden waarin je je verkeerd. Het sluipt er bijna als vanzelf in.

Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk?

Ik bedenk een rode lijn, maar als er tijdens het schrijfproces iets ontstaat wat belangrijk is om verder uit te werken, dan neem ik die spontane wending mee. Daarna ga weer terug naar de hoofdweg. Het voelt als een soort ontdekkingsreis, soms moet je even van het pad af om in een zijstraatje iets bijzonders te ontdekken.

Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?

Kinderen raken enthousiast om te lezen als ze ouders/ voorbeelden zien die van boeken houden. Ik denk dat daar een belangrijk eerste begin is. Zo is het bij mij ook gegaan. In mijn jeugd was ik altijd omringd door boeken. Laat een kind zien hoe fijn het is soms even vrijaf te nemen van je eigen binnenwereld en een mooi boek binnen te gaan…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *