Khing is in 1933 geboren in Purworedjo (Indonesië). Na het lyceum en drie jaar aan de Seni Rupa-kunstacademie in Bandung kwam hij in 1956 naar Nederland om verder te studeren. Al snel kwam hij bij Toonder Studios terecht waar hij strips tekende. Rond 1971 werkt Khing full time als freelance illustrator, meestal van kinderboeken. Het geweldige boek Vos en Haas, waar is het cadeau? staat dit jaar in de Boekenbingo. Heb jij het al gelezen?
Je naam bestaat uit drie delen. Kun je uitleggen hoe je naam is opgebouwd?
Khing’s naam bestaat uit drie delen: zijn achternaam (Thé); zijn generatienaam (Tjong) en zijn voornaam (Khing). De generatienaam is een gemeenschappelijke naam die alle zoons van dezelfde generatie delen. Het was de Chinese gewoonte om namen ook in die volgorde te gebruiken, dus: Thé Tjong-Khing en niet Khing Thé. Zo, weet je dat ook weer!
Hoe ik met tekenen begonnen ben?
Voor zo ver ik mij kan herinneren heb ik altijd al getekend. Later heb ik 3 jaar een tekenacademie gevolgd. En daarna ben ik verhalen gaan illustreren en ben ik strips gaan tekenen. En daarna alleen maar boeken geïllustreerd.
Wilde ik altijd al illustrator worden?
Nee. Ik wilde gaan tekenen, maar wat tekenen, wist ik niet. Als tiener tekende ik alleen maar filmsterren na. Maar daar kan je je brood niet mee verdienen. Bij toeval kwam ik in een stripstudio terecht, en toen ging het vanzelf.
Wat vind je leuk aan illustreren?
Erg leuk is het om woorden om te zetten in beeld. Mijn fantasie gaat werken, ik ga van alles proberen om een illustratie grappig te maken als het een grappige scène is. Alles moet meewerken: de mensen moeten er grappig uitzien en grappige gebaren maken. De grote uitdaging is, welke houding het beste is, wat voor gezichten het meest geschikt zijn, welke kleren ze aan moeten hebben etc.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
De inspiratie haal ik uit het verhaal dat ik ga illustreren. Als ik het verhaal lees krijg ik al beelden in mijn hoofd. Als het een spannende scène is, probeer ik het zo spannend mogelijk te maken, door de actie, door de kleuren, de compositie.
Als de inspiratie niet wil komen, ga ik een straatje om.
Hoeveel uur teken je per dag?
Ik begin te tekenen zo ongeveer om zeven uur. Tot de lunch. Daarna weer tot het avondeten. Ik geloof zo’n 10 uur per dag. Soms meer en soms minder en soms helemaal niet.
Waar ben je nu mee bezig?
Ik ben bezig sprookjes van allerlei landen te verzamelen. Elk sprookje liefst uit een ander land. Dat wordt mijn vijfde sprookjesboek. Ik vind verhalen met heksen en draken en prinsen het leukst om te tekenen. Veel en veel leuker dan realistische verhalen.
Op welk boek ben je het meest trots?
Bijna altijd stellen mijn illustraties mij teleur als ik eindelijk het boek in handen krijg. Maar niet bij ‘Bosch’, een woordenloos prentenboek met de figuren uit de schilderijen van de beroemde schilder Hieronymus Bosch. Hier was ik zeer tevreden over alle tekeningen, toen ik het boek voor het eerst zag.
Maar ik ben ook wel erg blij met de ‘Griekse mythen’. Daar gebeuren ook allerlei dingen die niet in het echt kunnen gebeuren, net als sprookjes.
Iemand zei laatst tegen mij; is dat niet saai de hele dag aan een tafel tekenen? Ik antwoordde; ik heb gisteren een prinses gered uit de kaken van een draak. Wat heb jij gisteren beleefd?