Marieke is geboren in Amsterdam, op driehoog boven de Albert Cuypmarkt, in 1967. Later verhuisden haar ouders naar een flat in Zaandam en nog weer later naar een huis in Bakkum aan Zee. Daar is ze opgegroeid. Na de middelbare school ging ze Nederlands studeren in Amsterdam. Ze schreef toen al stukjes voor de krant en dat bleef ze doen, ook nadat ze was afgestudeerd. Een tijdlang werkte ze bovendien voor de Duitse radio en televisie. Toen ze zelf kinderen kreeg begon ze sprookjes te vertellen op hun scholen. Dat vond ze nog leuker dan haar werk. Ze las niet voor, ze deed het uit haar hoofd, en ze verzon er van alles bij. Ze heeft jarenlang sprookjes verteld, tot haar jongste kind in groep acht zat, en in die tijd is ze zelf kinderverhalen gaan schrijven. Haar eerste boek was De meisjes tegen de jongens, in de serie Lotte & Roos. Het verscheen bij Querido. Sindsdien heeft ze nog vier boeken gepubliceerd. Umbrador, het laatste boek, is een sprookjesachtig, donker verhaal wat op de Boekenbingolijst van de bovenbouw staat.

Hoe ben je met schrijven begonnen?

Mijn eerste boek schreef ik voor mijn kinderen – die waren toen 6,10 en 12 jaar oud en ik wilde iets maken dat ze alledrie grappig en herkenbaar zouden vinden. Dat werd De meisjes tegen de jongens, in de serie Lotte en Roos.

Wilde je altijd al schrijver worden?

Ja, maar ik wilde ook psycholoog en dierenarts worden. Voor dierenarts zou ik heel ongeschikt zijn geweest want ik kan helemaal niet tegen zielige dieren.

Wat vind je leuk aan het schrijven?

Ik maak iets dat helemaal van mij is en waar al mijn gedachten en gevoelens in verstopt zitten. Umbrador heb ik geschreven omdat ik zoveel van sprookjes hou. Sprookjes gaan over het leven – in voor- en tegenspoed en ze zijn net zo grillig als het lot. Zo’n soort boek wilde ik al een tijdje schrijven, maar ik durfde het eerder niet aan. Zo’n grote, wilde, magische wereld is een hele uitdaging om te bedenken.

Waar haal je je inspiratie vandaan? En wat doe je als deze stokt?

Dat gebeurt eigenlijk niet. Ik heb eerder te veel fantasie dan te weinig. Ik moet mezelf vooral in toom houden.

Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?

Nee, ik heb geen vaste routine, maar als ik niet ergens optreed probeer ik wel iedere dag te schrijven.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Een boek over een heel rijk jongetje dat moet vluchten omdat zijn twee tantes zijn erfenis proberen af te pakken.

Heeft schrijven jouw leven veranderd?

Ik word er vrolijk en gelukkig van.

Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?

Ik geef bijles aan vluchtelingenkinderen. Er logeren ook weleens een tijdje kinderen die niet van mij zijn bij ons – soms met kleine en soms met grote problemen. Daar leer ik van, en alles wat me raakt, belandt vanzelf in een boek of verhaal.

Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?

Astrid Lindgren (van Pippi Langkous) omdat ze zo prachtig over emotie kan schrijven. Anna Woltz omdat ze geweldige personages bedenkt, Edward van de Vendel, om zijn humor en betrokkenheid en zijn fantastische gedichten. Hij is een alleskunner. Ik ben ook een fan van JK Rowling en ik heb soms hard gelachen om Het leven van een Loser. Ik heb best een brede smaak.

Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk?

Vaak begint het voor mij met een zin, een beeld, een eerste scène. Ik maak geen schema’s. Ik laat me leiden door mijn fantasie.

Op welk boek ben je zelf het meest trots en waar ligt dat aan?

Op Umbrador, omdat het een klassiek sprookje is – maar wel origineel. Het is een spannend en toch ook makkelijk leesbaar boek geworden en het is fantastisch mooi geïllustreerd door Jeska Verstegen, die net een heel grote en prestigieuze Amerikaanse prijs heeft gewonnen voor haar werk.

Wat is je favoriete boek uit de Boekenbingolijst?

Moeilijk kiezen! Ik vind veel van de boeken en schrijvers op deze lijst goed. Woltz en Van de Vendel zijn echt goede schrijvers maar die heb ik al genoemd. Zal ik dan maar voor We bakken een Dierentuin van Marit Törnqvist kiezen? Ik geef deze drie boeken zelf regelmatig aan anderen cadeau!

Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?

Nodig een schrijver uit in de klas. Daarna zijn ze allemaal geïnspireerd. Of als je geen leerkracht ben: begin met strips, lees veel voor en maak er dan een gezellig momentje van. Lees samen met een kopje chocolademelk erbij (of iets anders lekkers). Goed voorbeeld doet goed volgen.

Wat is de allerleukste reactie die je ooit van een lezer hebt gekregen?

Ik krijg soms knuffels als ik voorlees. Kom daar maar eens om bij een volwassen publiek! Sinds Umbrador is verschenen krijg ik ook veel brieven van kinderen die willen weten hoe het verder gaat met Jinna en haar hond Scharrie. Dat gevoel ken ik zelf ook heel goed: dat je romanpersonages niet kunt loslaten, omdat je je echt met ze verbonden voelt.

Wist je dat ik…

niet in zo veel dingen heel goed ben, maar ik kan wél heel hard op mijn vingers kan fluiten. Als er wind waait in een klas doe ik dat weleens en dan is iedereen meteen stil. Het is bijna een tovertruc.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *