Marlene Rebel en Lucinda Vos zijn sinds 2018 een schrijversduo nadat ze beide lange tijd als schrijvers van onderwijsmateriaal voor onder andere Educatieve Uitgeverij Kinheim en Uitgeverij Zwijssen hebben gewerkt. In 2020 verscheen bij uitgeverij Billy Bones hun debuut Leeuw met strepen, een historisch kinderboek dat zich afspeelt ten tijde van de laatste grote pestepidemie in Amsterdam in het jaar 1664. Precies een jaar later kwam Onze lange reis met het hoofd in de koffer uit, opnieuw een historisch kinderboek. Deze keer begint het verhaal op een dorpskermis aan het begin van de 20e eeuw, waar je kennismaakt met de kinderen Matje, Kee en Puf. In 2023 maakten zij de overstap naar uitgeverij Volt, waar in december 2023 het derde kinderboek voor 10+ verscheen: De Titanic en het raadsel van de Grote Omar. Opnieuw met omslag en illustraties van Sophie Pluim. Dat laatste boek staat in de Boekenbingolijst van dit jaar.
Hoe gaat het schrijven van een boek bij jullie in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?
Lucinda Vos: Voordat Marlene en ik beginnen met schrijven hebben we al een idee hoe het verhaal gaat worden. We weten wie onze personages zijn, wat ze gaan meemaken en hoe het verhaal afloopt. Maar tijdens het schrijven verandert ons plan ook nog wel eens een beetje. Een van ons heeft dan bijvoorbeeld iets nieuws ontdekt of bedacht. Als de ander dat ook leuk vindt, komt het in ons verhaal. We houden allebei van dit soort kleine verrassingen.
Wat is de allerleukste reactie die je ooit van een lezer hebt gekregen?
Lucinda Vos: We hebben inmiddels zoveel mooie en leuke reacties gekregen op onze boeken, dat ik eigenlijk niet kan kiezen. Maar één reactie was wel heel bijzonder. Dat was een vraag van een leerling. Ze wilde weten waar ze het boek kon kopen waarvan ze een stukje gelezen had in een lesboek. Het stukje dat de leerling gelezen had kwam alleen niet uit een boek. We hadden het speciaal geschreven voor die les. In die tijd schreven Marlene en ik alleen nog lesmateriaal. Over kinderboeken schrijven fantaseerden we al langer en de vraag van de leerling was net het zetje dat we nodig hadden om het ook echt te gaan doen.
Op welk boek ben je zelf het meest trots en waar ligt dat aan?
Marlene Rebel: Lucinda en ik schreven drie boeken en ze zijn mij alle drie even lief, maar op ons laatste boek ‘De Titanic en het raadsel van de Grote Omar’ ben ik denk ik het meest trots. Niet op het verhaal, maar wel op ons doorzettingsvermogen. We hebben lang gepuzzeld samen om alles kloppend te krijgen, we zijn zelfs een keer helemaal opnieuw begonnen. Ook zat het ons in een bepaalde periode niet erg mee, maar toch zijn we blijven geloven in ons Titanic-verhaal. Dat het verhaal afgekomen is en dat ons boek nu in de winkel ligt, daar ben ik heel blij mee en trots op.
Hebben jullie zelf de illustrator gekozen voor jullie boeken?
Marlene Rebel: Voor ons eerste boek ‘Leeuw met strepen’ kregen we van de uitgever allemaal websites en links waar we konden rondkijken voor een illustrator die we vonden passen bij ons verhaal. Zo ontdekten we het werk van Sophie Pluim waar we allebei meteen fan van waren. Gelukkig had zij tijd om de omslag en illustraties voor ons boek te maken. We waren zo blij met haar werk, dat we haar ook voorstelden voor ons tweede en derde boek en gelukkig was de uitgever het daarmee eens.
Heeft illustreren jouw leven veranderd?
Sophie Pluim: Ieder boek heeft een eigen verhaal en een thema. Dat zorgt er voor dat ik me ook in ontzettend veel thema’s ga verdiepen. Ik ontmoet diverse auteurs die allemaal eigen verhalen vertellen, werelden scheppen en ik mag daar in mee. Dat vind ik zo tof! Daardoor leer ik ontzettend veel. Bij de Rebelse vos alleen al over weeshuizen en de pest in Nederland in de Gouden eeuw, het kermis leven aan het begin van de 20e eeuw, en het klassen verschil op de Titanic. Naast dat ik de verhalen van illustraties voorzie, vormen de verhalen mij ook een beetje blijvend.
Waar haal je je inspiratie vandaan? En wat doe je als jouw inspiratie stokt?
Sophie Pluim: Ik haal inspiratie altijd overal vandaan. Als illustrator ben je verantwoordelijk om ‘de wereld’ te laten zien dus moet je eigenlijk ook van nagenoeg alles wel wat weten. Het gaat bij mij vanzelf, op die manier naar de wereld kijken. Dat is handig en het is ook best wel vermoeiend soms. Er zijn veel momenten zoals “oh wat een mooie lucht, hoe zou ik dat met waterverf schilderen?” Of “dit is een prachtig huis, die zou mooi zijn in een boek over ….” Of “dit is zulk ontzettend mooi licht, dat wil ik onthouden om een keer zo te tekenen” En dat dan bij alles. Als het boek dat ik ga illustreren zich niet in het hier en nu afspeelt, maar in het verleden, noem eens wat, op de Titanic bijvoorbeeld, dan zoek ik ook informatie op. Bijvoorbeeld in historische bronnen zoals oude kranten, musea, boeken, internet websites van archieven. Dat vind ik ontzettend leuk onderzoek om te doen trouwens. Het voelt een beetje als tijdreizen.