Tom Schoonooghe (1973) reist na het behalen van zijn master Toegepaste Grafiek en Illustratie in Sint Lucas Antwerpennaar Chili om daar te ontdekken wat hij wil doen: kinderboeken maken. Terug thuis illustreert hij het prentenboek ‘Houd de dief!’ en wint de Boekenpluim.
Sinds die tijd maakt Tom non-stop boeken met o.a. Wim Opbrouck, Geert De Kockere, Brigitte Mine, Stefan Boonen en Dimitri Leue, maar tekent ook voor Ketnet en Kazoom, maakt theater met ‘zijn’ EiBakkerijen vele zijdelingse projecten voor een levendig publiek. Ook maakte hij de illustraties van het boek ‘Val niet in een vulkaan’ van Marc Ter Horst. Hoogste tijd om nader kennis te maken.

Wilde je altijd al schrijver/illustrator worden?
Eigenlijk wel. Als kind droomde ik er ook van Rode Duivel te worden, dat is onze benaming voor een voetballer van het nationale voetbalteam. Ook tennisser wilde ik worden. Maarrrr, ik vond tekenen en verhaaltjes verzinnen veel leuker. Dan verzon ik dat ik profvoetballer was én beroepstennisser tegelijkertijd, veel leuker!
Waar haal je je inspiratie vandaan? En wat doe je als jouw inspiratie stokt?
Ik kijk heel graag naar mensen. Ze inspireren me. Vooral als ze voorbijwandelen en pratend met hun handen zwaaien of hollend achter een bus voorbijrennen. De bewegingen bestudeer ik en teken ik uit in mijn hoofd, dat eigenlijk een groot tekenblad is.
Heeft illustreren jouw leven veranderd?
Neen! Ik teken al van toen ik drie was, en sinds die tijd doe ik niets liever. Ik word ook altijd stil en rustig van dat tekenen. Als ik niet teken ben ik veel onrustiger, ook als ik slaap denk ik nog na, maar als ik teken verdwijnen alle piekmomenten en voel ik me één met mijn potlood of penseel.
Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?
Ik hou enorm van het werk van Bibi Dumon Tak en haar man Jan Paul Schutten, ook van het werk van Jaap Robben hou ik enorm. Ze schrijven alsof ze de tekst van hun verhaal in je oor fluisteren, terwijl er een zacht lampje brandt en er een lekker stukje chocola (tja ik ben een échte Belg hè) naar me lonkt op mijn nachtkastje.
Hoe gaat het illustreren van een boek bij jou in zijn werk?
Tja, het gaat er bij mij nogal serieus of ernstig aan toe hoor. Ik lees eerst het verhaal en maak er kleine schetsjes bij, dit zijn eerste gedachten die ik vanuit mijn hoofd op papier zet. Daarna kies ik de beste eruit en teken ik ze over ‘in het net’. Eigenlijk vind ik deze spontane fase de leukste: je kan lekker vrij denken en schetsen terwijl er nog niks moet.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Lees eens voor aan je ouders, je oma of je huisdier! Dan lees je maar zie je ook de luisteraar genieten van het verhaal dat uit je mond komt…heel rustgevend.
Wat is de allerleukste reactie die je ooit van een lezer hebt gekregen?
Van een heel oude vrouw uit Nederland die me jaren geleden een lift gaf van Zuid-Frankrijk tot aan mijn voordeur in Antwerpen. We hebben nog steeds contact met elkaar en ze leest mijn boeken en schrijft me soms een mailtje met warme woorden over mijn werk. Heel bijzonder.
Wist je dat ik…
– Een grote fan ben van het Haags dialect!
– Het liefst Italiaanse pasta lust!
– Hollandse maatjes het tweedelekkerst vind op aarde!
– Ik bijna elke dag een versje van Toon Hermans lees?
– Al vaak een vulkaan heb beklommen? (In Italië, Chili, Japan en de Azoren bijvoorbeeld)