‘Hoe vaak hoor je nou dat iemand twintig jaar met iets bezig is? Dat is toch prachtig!’ zei een bevriende kinderboekenschrijver laatst tegen Annekarijn. Dat klopt, Torre is wel een beetje haar levenswerk. Annekarijn (28 mei 1975) verzon de basis voor het verhaal op een studentenkamer in Amsterdam, toen ze daar Kunstgeschiedenis studeerde. Dat was nog voor Harry Potter, kun je nagaan! Sindsdien is Torre altijd deel van haar leven geweest. Maar het verhaal was nooit helemaal af. Daar kwam verandering in toen haar moeder, vlak voor haar dood, Annekarijn vanaf haar ziekbed aanspoorde om dat boek nou eindelijk eens af te maken. Ze was kunstenaar en liet naast herinneringen ook een heleboel kunstwerken achter. ‘Zij kon raken met haar kwast, ik kon dat met woorden,’ zegt Annekarijn. En dat deed ze in de museumwereld, waar ze op dat moment nog werkte ook wel regelmatig, maar dat was steeds voor korte tijd. Annekarijn vond het zo mooi om nog iets tastbaars van haar moeder te hebben dat ze zelf ook iets blijvends wilde maken. Ze besloot het niet langer uit te stellen, nam ontslag en stortte zich helemaal op het schrijven: dat boek moest er komen. Inmiddels heeft heel Nederland kennis kunnen maken met dat boek. Tijd om Annekarijn een aantal vragen te stellen.

Hoe ben je begonnen met schrijven?
Torre beleefde zijn eerste avonturen op een tergend trage PC met oranje letters op een zolderkamer in de Pijp in Amsterdam. Daarna ging Torre een paar jaar mee naar Californië in een nauwelijks te tillen laptop. Torre heette toen trouwens nog Thomas en de bevleugelden waren nog gewoon elfen en de berglor was een …. (drie keer raden). Terug in Nederland (her)beleefde Torre zijn mooiste avonturen in een ommuurd stadstuintje in Haarlem en als het even kon in de Kennemerduinen, want daar schrijf ik het liefst. Al met al ben ik dus zo’n beetje mijn halve leven met Torre bezig geweest. Ik heb het boek tig keer herschreven.
Wilde je altijd al schrijver worden?
Eerst wilde ik boswachter worden (tot mijn oom zei dat je dan ook konijnen af moest schieten). Maar toen ik elf was deed ik via school mee aan een nationale opstelwedstrijd. Ik werd uitgenodigd om met mijn familie helemaal naar Den Haag te komen en kreeg uit handen van een ‘echte minister’ 100 gulden (waar ik een blokfluit van heb gekocht, haha). Maar wat ik nog veel indrukwekkender vond was het feit dat ik kinderboekenschrijver Miep Diekmann (van wie ik alles had gelezen) mocht ontmoeten en dat zij in het juryrapport over mijn verhaal schreef: ‘In haar fantasie is Annekarijn veel verder gegaan dan wie van de inzenders dan ook.’ Daar was ik best heel trots op. Vanaf dat moment wist ik: ooit word ik óók kinderboekenschrijver. Dat duurde alleen wel iets langer dan ik zelf had verwacht. Niet dat ik stil heb gezeten. Ik studeerde kunstgeschiedenis en museologie en specialiseerde mij in educatie. Jarenlang schreef ik tentoonstellingsteksten en ontwikkelde ik spannende speurtochten voor kinderen en families in musea. Daar kwam ik erachter dat ik kinderen het meest kon raken als ik meeslepende verhalen vertelde met een flinke portie humor. Maar ergens heb ik altijd geweten dat ik ooit kinderboeken zou gaan schrijven.
Wat vind je leuk aan het schrijven?
Schrijven maakt me gelukkig. Als ik schrijf heb ik hetzelfde gevoel als toen ik een jaar of tien was. Dan lag ik vaak tot diep in de nacht stiekem met een zaklampje aan te lezen. Dat gevoel dat je gewoon niet meer met lezen kunt stoppen, hoop ik mijn lezers ook mee te geven. Als de sfeer in een boek bijna tastbaar is, kan lezen echt even aanvoelen als een soort mini-vakantie. Voor mij geldt dat voor schrijven net zo goed! Je bent thuis, maar het geeft hetzelfde gevoel als het maken van een mooie wandeling. En dan hou ik niet van wandelen over een verhard pad, nee, ik heb kleine paadjes nodig, omgevallen bomen waar je overheen moet klimmen en kleine bergbeekjes waar je doorheen moet waden. In mijn hoofd mix ik allerlei herinneringen en beelden en dan voelt het bijna of ik er echt ben. Maar het is ook heel tof om te zien wat een illustrator daar dan weer mee doet! Soms klopte wat Sophie tekende beter dan wat ik in mijn hoofd had.
Waar haal je je inspiratie vandaan? En wat doe je als jouw inspiratie stokt?
Het eerste wat in me opkomt is: natuur. Ik hou heel erg van wandelen (het liefst met een rugzak op en een tentje erin) en reizen. Ik vind het altijd heel fascinerend dat de tijd veel langzamer lijkt te gaan als je niet thuis bent. Vroeger kampeerde ik stiekem veel in het wild, dat is extra spannend. Een hele hoop dingen in mijn boeken (het vervolg op Torre ligt nu bij mijn redacteur) heb ik zelf meegemaakt. Maar het merkwaardige is dat ook scènes uit Torre die ik verzonnen had de laatste jaren werkelijkheid werden: we liepen onder metershoge varens door, sliepen in een afgelegen berghut met piepende boomstamladdertjes en alleen zonnepanelen voor de koelkast en het licht, en staken zelfs over een omgevallen boomstam een beek over.
Ik heb eigenlijk nog nooit een writer’s block gehad. Er is altijd wel iets te bedenken. Ook vrienden en familie leveren een hoop inspiratie op. Als kind smulde ik al van de kattenkwaadverhalen van mijn vader (die zitten ook in het vervolg) en toen mijn kinderen klein waren verzonnen ze de gekste woorden. Een aantal ervan zitten ook in Torre (de ‘Vrees en Tagiër’ is mijn favoriet).
Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?
Tegenwoordig schrijf ik zo’n beetje iedere dag. Dat mag ook wel, want omdat er zoveel mensen op het tweede deel zitten te wachten én dat weer in de zomer speelt, moet het vervolg deze zomer in de boekwinkels liggen. Met deel één ben ik twintig jaar op en af bezig geweest, maar deel twee moest in anderhalf jaar geschreven worden, dus dat was echt aanpoten. En voor deel drie heb ik straks maar een jaar. Maar oefening baart kunst, zeggen ze. Dat hopen we dan maar.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik heb net de eerste complete versie van het vervolg naar mijn uitgever gestuurd en dan moet ik als de wiedeweerga door met deel drie. Het wordt namelijk een trilogie: De Torre trilogie, dat klinkt zo mooi.
Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?
Ja. Ik vind het ongelooflijk bijzonder dat kinderboeken schrijven nu mijn beroep is en dat ik dagelijks contact heb met kleine en grote mensen die van mijn verhaal genoten hebben en met mijn nieuwe collega’s. Kinderboekenschrijvers zijn super sympathiek! Ook vind ik het geweldig om langs scholen te gaan en daar kinderen te inspireren om zelf gekke woorden te verzinnen voor te lezen en met ze aan de slag te gaan. Maar wat ik misschien wel het aller bijzonderst vind, is dat er nu al zoveel families zijn die een mooie herinnering koesteren aan het lezen van Torre. Dat jouw boek een fijn moment is in het leven van iemand anders, dat is met geen pen te beschrijven.
Hoe verwerk je maatschappelijke thema’s in je boeken?
Het mooie aan lezen is natuurlijk dat je je leert te identificeren met anderen. Ik denk dat je daardoor zelf ook een mooier (empathischer) mens wordt. Iedere lezer (klein of groot) zal wel iets in Torre herkennen. Door zich met hem te identificeren ontdekken dat ze er, net als Torre, toe doen. Erachter komen dat je niet alleen bent, dat je ook op een ander mag vertrouwen ⎼ ook als die ‘anders’ is of doet ⎼ en iets eerst niet durven en het dan tóch doen, daar draait het boek om. ‘Je durft meer dan je denkt!’ is trouwens het motto. Torre wordt in het boek gepest en dat speelt ook in het vervolg een rol. En het gaat ook over de verschillende manieren waarop mensen op heftige dingen reageren. Omdat Torre zich in het boek echt ontwikkelt, is het ook een fijn boek om met kinderen over na te praten.
Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?
De boeken die ik zelf het fijnst vond als kind ⎼ en eigenlijk nog steeds ⎼ zijn boeken die je én in je buik voelt en die je even helemaal in een andere sfeer onderdompelen. Van een goed boek blijft de sfeer je altijd bij, soms zelfs je hele leven. Maar ik hou dus ook erg van boeken waar je door geraakt wordt. Waardoor je gaat nadenken wat je zelf in zo’n situatie zou doen. Die vergeet je nooit meer. ‘De gebroeders Leeuwenhart’ van Astrid Lindgren is nog steeds mijn lievelingsboek. Maar van ‘Het Oneindige Verhaal’ van Michael Ende en de boeken van Roald Dahl, Tonke Dragt en Paul Biegel heb ik ook enorm genoten. De ‘Dummy de mummie’ serie van Tosca Menten vond ik trouwens echt heerlijk om voor te lezen. Sinds kort lees ik, geïnspireerd door de vele enthousiaste kinderboekvloggers die ik volg, zelf ook regelmatig boeken van collega’s. ‘Spijkerzwijgen’ van Simon van der Geest vond ik erg goed geschreven. Er ligt inmiddels een hele stapel recente kinderboeken op mijn nachtkastje.
En waarom? Mijn hoofd is een soort museum vol dingen die mij hebben geraakt: fragmenten uit boeken, scènes uit films, flarden uit gesprekken, berichten uit kranten of tijdschriften, en herinneringen aan vrolijke, vreemde, verdrietige, spannende of ontroerende dingen die ik zelf heb meegemaakt. Als ik schrijf, duik ik dat museum graag even in om me te laten inspireren en dan kom ik weer naar buiten met iets nieuws. Lang verhaal kort: Torre was er niet geweest zonder al die schrijvers, verhalenvertellers, illustratoren, televisie- en filmmakers die mij al sinds mijn jeugd inspireren.
Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van tevoren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?
Torre 1 ontstond eigenlijk vanzelf, maar over het tweede deel heb ik wel eerst goed nagedacht. Ik wist vooraf dus wat er ongeveer moest gebeuren, maar al schrijvende is er een hoop veranderd. Het blijft magisch om te merken hoe de woorden zo vanuit je vingertoppen op het scherm verschijnen. Die flow die ik voel als ik schrijf, dat is echt fantastisch!
Wat is je favoriete boek van de Boekenbingolijst?
Vooralsnog ‘De lijst van Violet Sopjes’, maar ik moet nog heel veel titels lezen. Violet was overigens wel meteen een grote aanrader. Heerlijk en met humor geschreven en origineel.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Voorlezen, voorlezen, voorlezen! En voor kinderen: als je niet zo van AVI boekjes houdt, probeer dan gewoon iets wat je er interessant uit vindt zien of waar je andere kinderen enthousiast over hebt horen vertellen (luister bijv. naar De Waanzinnige Podcast of lees de reviews bij de boeken van De Boekenbingo!) Toen ik zelf in de eerste klas zat (nu groep 3) waren we nog maar net uit de Maan-Roos-Vis boekjes toen ik erachter kwam dat ik het boek ‘De dwergjes van Tuil’ (van Paul Biegel) wat mijn vader zou gaan voorlezen, ook zelf kon lezen. In het begin ging dat natuurlijk extreem langzaam, maar al snel had ik het hele boek helemaal zelf gelezen. En het euforische gevoel dat dat me gaf, ben ik nooit vergeten.
Wat ik heel bijzonder vind, is dat ik al van een hoop ouders én docenten heb teruggekregen dat ook kinderen die “zeggen” dat ze niet zo van lezen houden, Torre met veel enthousiasme hebben verslonden. Dat is natuurlijk het mooiste wat er is: om te horen dat een kind voor het eerst in zijn of haar leven een hoofdstuk of zelfs het hele boek ‘zelf’ heeft gelezen. Of dat ze hun vader, moeder, juf of meester de oren van het hoofd hebben gesmeekt om ‘nog een hoofdstukje!’ Helemaal omdat er best wel wat moeilijke woorden in Torre zitten, maar blijkbaar is dat geen probleem. Als ik een moeilijk woord gebruik, probeer ik dat ook wel zo te doen dat uit de rest van de zin duidelijk wordt wat ik ermee bedoel. En wat denk ik ook helpt, is dat Torre ⎼ zeker als hij bij het aardvolk is ⎼ zelf vaak ook niet precies weet wat iets betekent. Daardoor ontdek je als lezer tegelijk met Torre dat taal ook heel leuk en grappig kan zijn en dat het helemaal niet erg is als je een woord niet kent. Als je het geheel maar een beetje begrijpt. Blijkbaar is Torre is een ‘fantastisch onveilig-lerenlezenboek’ zoals Bibi Dumon Tak dat ooit zo mooi in haar Verweylezing zei.
Wat is de allerleukste reactie die je ooit van een lezer hebt gekregen?
Als kinderen een boekbespreking over je boek houden dan is dat natuurlijk het allergrootste compliment dat je als schrijver kunt krijgen. Maar ik vond het ook heel bijzonder dat een moeder me liet weten dat haar zoontje bij wie ik die ochtend in de klas was geweest voor het eerst in zijn leven uit zichzelf met een boek bij haar en haar man op de bank was komen zitten. Dat boek was natuurlijk Torre. (De school had aan alle kinderen uit groep 5,6,7 én 8 een exemplaar geschonken (!) en dat had dus effect). Ze was er helemaal ontroerd van. En een ander berichtje wat ik koester is dat van een kinderboekenblogster wiens zoon altijd riep dat lezen “stom” was. Torre was het eerste boek waar hij helemaal in verdween. Daar was ze ‘mega dankbaar’ voor.
Wist je dat ik…
…als kind bang was voor haaien, maar dat ik afgelopen zomer met meer dan twintig(!) bullsharks (stierenhaaien) van 3 à 4 meter heb gedoken en dat ik geen seconde bang ben geweest? Sterker nog: mijn angst voor haaien is nu helemaal weg!
…tot mijn achttiende op een woonboot woonde waar de eenden uit mijn handen aten?
…als meisje in de Weerribben twee visotters heb gezien (samen met mijn moeder) toen ze daar officieel allang verdwenen waren (daar hadden we bij nader inzien melding van moeten maken). Gelukkig zijn ze nu weer terug. Of nooit weggeweest, dus.
…op mijn veertiende een pianoconcours heb gewonnen, maar het jaar daarna tijdens een balletuitvoering waar ik live piano moest spelen een herhaling ben vergeten, waardoor het hele ballet in het honderd liep? Daar heb ik slapeloze nachten van gehad. Maar de tijd heelt, dus nu kan ik daar ook een beetje om lachen.
…samen met mijn man (toen mijn vriendje) op een vintage brommertje (Honda SS50) helemaal naar het meer van Geneve én naar Tsjechië ben gereden (en terug)?
…12 jaar geleden door het AD geïnterviewd ben over mijn boek (wat toen bijna af was) en dat daar in gigantisch grote letters ‘Geloven in een droomdebuut’ boven stond? Dat duurde dus nog wel even. Geduld is een schone zaak. ‘Maar daar houden we toch niet van?’ protesteerde Walgor. ‘Van schoon?’ NB Als je het boek hebt gelezen, dan snap je dit.
…midden in de winter wekenlang zes Egyptische nijlganzen in huis heb gehad? Ze woonden de eerste maand bij ons in de keuken waardoor ons huis wel een beetje naar kinderboerderij stonk.
…ook een website heb: www.annekarijnoverduin.nl waar je alles kunt vinden over Torre. Van voorleestips en tips voor het maken van je boekbespreking tot een zeer uitvoerige lesbrief?

