Floor de Goede (Amsterdam, 1980) is illustrator van veel boeken van en met Edward van de Vendel. Daarnaast is er Flo, stripmaker en stripfiguur in autobiografische strips. Soms komen die twee ook samen in de boeken die Edward en hij maken, zoals bijvoorbeeld in de bundels met Stripgedichten en ‘Rekenen voor je leven’ (met Ionica Smeets). Het boek ‘Kom op we gaan!’ staat dit jaar op de onderbouwlijst van de Boekenbingo. Tijd om hem een aantal vragen te stellen.

Hoe ben je met schrijven/illustreren begonnen?

Als kind was ik niet erg spraakzaam, maar kon ik wel via tekeningen mijn emoties uiten. Daar ben ik nooit mee gestopt. Alles wat ik teken ben en voel ik zelf. Daarom is het belangrijk voor mij om bij elk boek een connectie met de karakters te voelen.

Wilde je altijd al schrijver/illustrator worden?

Ik heb nooit iets anders willen doen dat wat ik nu doe. Ik had ook niet iets anders kunnen bedenken. Daar heb ik heel veel geluk mee gehad (en hard voor gewerkt).

Wat vind je leuk aan het schrijven/illustreren?

Het leukste aan het illustreren/schrijven is een spiegelwereld creëren. Er zijn veel overeenkomsten met de echte wereld, maar ik heb daar wel de totale vrijheid. Ik kan er helemaal mezelf zijn en dat met anderen delen die het lezen.

Waar haal je jouw inspiratie vandaan? En wat doe je als jouw inspiratie stokt?

Mijn inspiratie haal ik uit mijn eigen leven en dat wat er om me heen gebeurt. Veel van mijn werk is daarom ook autobiografisch. Zo gebruik ik leuke of grappige momenten die ik zelf of vrienden hebben meegemaakt. Maar ook dingen die in de wereld gebeuren waar ik me druk over maak. Als ik het even niet meer weet of niet meer goed kan zien wat ik aan het doen ben, dan ga ik iets heel anders doen. Een boek lezen, film kijken, muziek luisteren of een rondje buiten lopen. Maar het beste werkt altijd even onder de douche te staan. De ruis van het stromende water zorgt ervoor dat ik me weer kan focussen en mijn werk weer met frisse blik kan zien.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Alle kinderboeken die ik tot nu toe illustreerde zijn geschreven door Edward van de Vendel, maar op dit moment ben ik bezig met mijn eigen young adult ‘coming of age’ graphic novel, ‘Spruit’. Een autobiografische strip over mijn jeugd en coming-out.

Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van te voren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?

Als ik een boek illustreer of een strip bedenk, laat ik het eerst sudderen in mijn hoofd. Zodra er beelden verschijnen, schets ik die in mijn schetsboekje. In kleine plaatjes (thumbnails) kan ik zien of de illustratie of strip goed werkt en dan kan ik alles gaan uitwerken. Dit hele proces kan soms dagen of weken of zelfs maanden en jaren duren. Maar soms is alles ook binnen een dag gebeurd. Daarom zijn deadlines het allerbelangrijkst. Anders komt nooit iets af.

Op welk boek ben je zelf het meest trots en waar ligt dat aan?

Ik ben trots op al onze boeken, maar het boek dat een speciaal plekje heeft is ‘Gloei’. Een interview- en gedichtenboek over en met queer jongeren door Edward van de Vendel. Ik mocht portretten maken. Elk portret is in een andere stijl en met een andere techniek gemaakt, want geen jongere is hetzelfde. Het hele boek deed me anders kijken naar de queer-community en naar mijn eigen werk. Ik kon veel meer dan ik eigenlijk dacht. En als kers op de taart won ik er mijn eerste Zilveren Penseel mee!

Wist je dat…

… er in ‘Kom op we gaan!’ dieren uit alle andere boeken van Edward en Floor te vinden zijn?

… ‘Ik ben bij de dinosaurussen geweest’ door Edward is geschreven omdat Floor hem vertelde dat hij als kind een grote dino-fan was?

… Edward en Floor samen al 17 boeken hebben gemaakt?