Joukje Akveld is kinderboekenschrijver, journalist, vertaler en pinguïnverzorger. Ze werkte in een kinderboekwinkel, bij een kinderboekenuitgeverij en voor een kinderkrant voor ze besloot kinderboeken te gaan schrijven. Ze heeft moeite met mensen die dieren doodmaken, mensen doodmaken, te veel houden van macht, denken dat ze de baas over je mogen spelen, alleen maar over zichzelf praten, snurken of zo verbitterd zijn dat er alleen nog gal uit hun mond spuit. Ze heeft geen moeite met pinguïns, ook niet als ze bijten. Dit jaar staat Joukje met haar boek De ober en de pinguïn op de middenbouwlijst van de Boekenbingo. Tijd om haar een aantal vragen te stellen.

Foto gemaakt door: Nanette Smith

Hoe ben je met schrijven begonnen?

Als tienjarige achter de oude typmachine van mijn vader. Mijn zus schreef ook een boek, om de beurt mochten we een uur. Toen ik zestien was stopte ik ermee. En toen ik na de middelbare school Nederlands ging studeren durfde ik helemaal nooit meer een pen op papier te zetten. Al die beroemde boeken die ik moest lezen, daar had ik niets aan toe te voegen.
Tot ik het op een dag toch deed. Want ineens was daar Olle, een jongetje dat zeker wist dat het geen bril nodig had. Tekenaar Sieb Posthuma vroeg of het ook een varkentje mocht zijn. Dat mocht. Zo is het begonnen.

Wilde je altijd al schrijver worden?

Ja.

Wat vind je leuk aan het schrijven?

Niets. Schrijven is ploeteren, twijfelen, schrappen, aarzelen, harder ploeteren, harder twijfelen… Vaak schrijf ik op een dag niet meer dan driehonderd woorden en als ik die driehonderd woorden de volgende dag teruglees denk ik: toch maar niet. Nee, wát leuk is, is een boek dat af is. En dat dan plotseling beentjes heeft gekregen waarop het naar lezers in alle hoeken van het land holt.

Waar haal je je inspiratie vandaan?

Uit een klein Zwitsers dorpje dat ik iedere zomer bezoek om mijn koekoeksklok te laten repareren. Terwijl de koekoeksklok bij de koekoeksklokkendokter is, wandel ik wat rond en praat met de mensen op straat. Het zijn zeer merkwaardige mensen, mijn inspiratie krijg ik van hen.
Nee, dat antwoord is niet van mij. Ik pikte het van een beroemde kinderboekenmaker. Wie weet welke wint een exemplaar van De ober en de pinguïn.

Foto gemaakt door: Nanette Smith 

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Dat is geheim. Maar sinds ik de afgelopen jaren twee pinguïnboeken schreef – naast De ober en de pinguïn ook Rock de pinguïn! Het ultieme pinguïnboek (lees dát boek, mensen, je krijgt veel meer woorden voor je geld dan met De ober en de pinguïn, het is minstens zo grappig, hoewel je er evengoed hard om kunt huilen, en als je het uit hebt heb je een pinguïndiploma, maar goed, zelf weten natuurlijk) – hangen er altijd een paar pinguïns aan mijn jurk. Ze afschudden is lastig. Pinguïns zijn zeer hardnekkig. Denk aan een muggenbult die maar niet verdwijnt, een niesbui die niet over gaat, de slappe lach waar je niet meer uitkomt. Vanwege hun hardnekkigheid zullen in mijn nieuwe boek dus ook weer een stuk of wat pinguïns opdraven. Hun namen beginnen allemaal met een P.

Heeft schrijven jouw leven veranderd?

Ja. Maar het was ook veranderd als ik liftmonteur was geworden of diepzeeduiker of paardenfluisteraar. Dat is het ding met levens, ze veranderen voortdurend.

Wie zijn jouw favoriete kinderboekenauteurs en waarom?

Ik ben met veel kinderboekenschrijvers en -tekenaars bevriend en zij zijn allemaal mijn favoriet. Nee, ik noem geen namen. Als ik er eentje oversla krijg ik beslist een boek naar mijn hoofd. Al woon ik in Zuid-Afrika en raakt dat boek me waarschijnlijk niet, ik neem geen risico.

Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?

Verhuis ze naar een bibliotheek zonder mobieltjes, zonder schermen, zonder bereik. Doe de deur op slot, gooi de sleutel weg. Moet jij eens opletten hoe snel die kinderen naar een boek grijpen.

Wat is de allerleukste reactie die je ooit van een lezer hebt gekregen?

Er is een auteursfoto van mij waarop ik in een boom sta. Het is een Zuid-Afrikaanse boom, ik draag een kek kort broekje met een kek zwart T-shirt waaruit twee kekke armen en benen steken en een gelukzalig lachend hoofd. Ja, je kunt wel zeggen dat ik zeer tevreden was toen die auteursfoto was gemaakt. Met zo’n foto ging ik heel veel boeken verkopen, dacht ik. Tot een bejufde vriendin me vertelde hoe een kind uit haar klas op die foto had gereageerd: ‘Wat een mooie boom.’

Wist je dat ik…

… altijd moet huilen om Het hondje van Dirkie?
… niet begrijp hoe je een wetsuit uittrekt?
… een kat heb die terugpraat?
… in al mijn vingers ben gebeten door pinguïns?
… nog steeds wacht op een vraag die ik kan beantwoorden met de woorden: ‘Tempting… but no.’?

Foto gemaakt door Thomas Akveld