Jowi houdt van schrijven, van haar kinderen en van haar lief, niet per se in die volgorde. Ze komt te vroeg voor afspraken en ze zit urenlang in treinen, want in die extra tijd, in die reservetijd, kan ze schrijven. Als alles beweegt komen bij haar de verhalen.
In 2021 won Jowi een Zilveren Griffel voor haar boek Beste Broers. Ook schreef ze boeken als Zeemeermeisje en Slipjacht (een YA-novelle). Kip op je kop is haar nieuwste boek. Het kwam uit haar tenen, en uit haar hart. Dit jaar staat het op de bovenbouwlijst van de Boekenbingo. Tijd om Jowi een beetje beter te leren kennen.
Foto gemaakt door Karin Jonkers
Hoe ben je met schrijven begonnen?
In New York in een metro, met een schriftje dat ik daar had gekocht en een stomme pen die lekte. Zo ontdekte ik dat ik onderweg veel beter schrijf dan achter een bureau.
Wilde je altijd al schrijver worden?
Ik wilde acrobaat, violist en vechtsporter (aikidoka – ik was tweede dan) worden. Voor viool bleek ik niet genoeg talent te hebben, voor acrobate was ik te lenig (ja, dat kan, zeker als je tegelijkertijd niet sterk genoeg bent) en met aikido kwam ik een heel eind, maar uiteindelijk heb ik allebei mijn knieën kapot getraind. Schrijven was dus een enorm logisch gevolg. Want nu kan ik schrijven over vliegen en vechten en muziek maken.
Wat vind je leuk aan het schrijven?
Het is het allerleukste beroep dat er bestaat. Je kunt als schrijver alles worden wat je wil, je kunt je in alle soorten verhalen en alle soorten mensen verdiepen. Als ik iets over de brandweer wil schrijven, dan ga ik er gewoon heen en mag ik een dagje meelopen. Hetzelfde geldt voor een verhaal over grotten, dat ik net heb geschreven (het heet IJsnacht). Ik vroeg aan een speleoloog of ik mee mocht onder de grond en dat mocht! Heel indrukwekkend vond ik dat.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Meestal dringen verhalen zich op. Dat vraag ik me opeens af; hoe zou het zijn als je een huis óp een huis zou bouwen en daarin zou gaan wonen. Je hebt van die plekken in Rome waar ze kerken op kerken hebben gebouwd. En wat er dan gebeurt als je op een dag in de kelder een deur tegenkomt (en dat je je oor op die deur legt omdat je iets hoort en dat er dan muziek uit opstijgt). Ik heb dus nooit een gebrek aan verhalen. Wel vaak aan de tijd om die verhalen te onderzoeken en om te kijken of ze écht leuk genoeg zijn om ze op te schrijven.
Hoeveel uur schrijf je per week? Heb je een vaste routine?
Als ik de kans krijg schrijf ik dag en nacht. Maar nu ben ik net verhuisd, dus ik heb de laatste tijd vooral verfkwasten en accuboormachines in mijn handen gehad. Had ik maar een vaste routine; dat neem ik me altijd voor, om er eentje te hebben.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben bezig met een verhaal over drie jongens die verdwalen in een grot waar ook een monster zit. Hopelijk komen ze er nog uit.
Heeft schrijven jouw leven veranderd? Kun je dat uitleggen?
Omdat ik schrijf is alles wat ik meemaak mogelijk ‘materiaal’. Dat is fijn! Opeens zijn al mijn onhandigheden nuttig – en dat heeft mijn leven behoorlijk veranderd. Er is namelijk altijd wel een personage te verzinnen dat hetzelfde gaat meemaken als ik en met die gedachte kan ik me dan troosten als ik weer eens met een blauwe plek waar eerst mijn neus zat, over straat moet.
Hoe gaat het schrijven van een boek bij jou in zijn werk? Bedenk je van te voren het hele verhaal, of begin je en kijk je waar je uitkomt?
Ik begin heel enthousiast, schrijf een paar dagen en nachten door en dan kijk waar ik uitkom – en meestal weet ik het daarna niet meer. Dan denk ik eerst heel lang na, of ik praat erover met vrienden, of ik ga uit wandelen. En dán komen er steeds meer stukjes verhaal. Als stukjes van een hele grote puzzel zonder dat je het totaalplaatje nog hebt. Meestal wacht ik tot ik genoeg puzzelstukjes heb. Daarna schrijf ik weer verder.
Welke tips heb je om kinderen aan het lezen te krijgen?
Dit is mijn tip: Alles is een verhaal! Een game, gedoe op school; alles. Als je dat eenmaal weet, is het veel makkelijker om ze te vertellen, te herkennen en te maken. Het hoeft niet groots, het kan ook heel klein. O, en nog iets: wij mensen zijn gemaakt van verhalen. Zodra iemand vraagt: ‘Hoe is het met je?’ Of: ‘Hoe was je vakantie?’ Beginnen we een verhaal te vertellen. Mocht je nou niet zo heel erg van lezen houden; probeer dan een luisterboek. Het leuke van lezen is dat je je eigen stem erbij kunt verzinnen, maar wat ik al zei; alles is een verhaal, dus begin bij het verhaal (ga ook eens gamen en kijk dan of je het verhaal in de game kunt vinden. Kun je tegen je ouders zeggen dat je onderzoek doet, voor mij.)
Wist je dat…
…ik als ik verlegen ben vaak tegen deuren oploop?
…ik vroeger zelf ook een kauwtje had, net als het meisje in Weg?
…ik mijn tong in een klavertje vier kan leggen?
…ik mijn handen plat op de grond kan leggen met mijn benen recht?
…ik in een woonwagen heb gewoond?
…de plek waar Kip op je kop zich afspeelt, vlak om de hoek is van de plek waar ik vroeger woonde?